Het bevoegd gezag dat ben ik, oftewel: ‘L’ÉTAT, C’EST MOI!
Column van Bouyazdouzen
In een discussie belandend met een ambtenaar over de vraag wie zich nou het bevoegd gezag mag noemen, besloot ik hierover een korte artikel te schrijven, dus bij deze.
De casus is wanneer is welk gezag bevoegd om rechtmatig een besluit te nemen. In casu ging het om een kwestie die zich afspeelde binnen de reikwijdte van de Omgevingswet, of de nieuwe Omgevingswet, naar gelang de keuze van de persoon die je spreekt.
Om vast te stellen wie het bevoegd gezag is, is de hoofdregel om te kijken naar artikel 2.3 lid 1 van deze wet (hierna: OW). In dit artikel is namelijk opgenomen dat: “ de uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van deze wet wordt overgelaten aan de bestuursorganen van een gemeente, tenzij daarover andere regels zijn gesteld bij deze wet of de uitvoering van een internationaalrechtelijke verplichting. Dit betekent in de praktijk dat in de meeste gevallen het college van Burgemeesters en Wethouders (B&W), of de Gemeenteraad (De Raad) de bevoegdheid toekomt.
In bepaalde bijzondere gevallen komt de bevoegdheid toe aan de Gedeputeerde Staten (GS), of het waterschap, en in zeer specifieke bijzondere gevallen komen we uit bij bepaalde ministeries. Tot slot als kers op de taart kan er sprake zijn van verschillende en meer bevoegde gezagen, anders gezegd er zijn meerdere bestuursorganen bevoegd! En hoe zit het bij een mandaat, niet te verwarren met delegatie of attributie?
Ook komt geregeld voor dat de desbetreffende ambtenaar luidkeels roept: wij hebben het mandaat van die en die! Maar wanneer je inzoomt, is er geen mandaat, maar een delegatie of attributie van bevoegdheden. En dat wil niet zeggen dat die ambtenaar gezag heeft, maar een gedelegeerde bevoegdheid. Is er sprake van attributie dan kan dat niet aan een ambtenaar, hij is immers geen bestuursorgaan. Verder wordt gedacht dat mandaat een vergaande bevoegdhedenoverdracht kent, wat pertinent onjuist is. Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 Awb). Anders dan bij delegatie blijft de bevoegdheid dus bij de mandaatverlener (of: mandans). In aanvulling hierop bepaalt artikel 10:2 Awb dat de mandaatontvanger (of: mandataris) de besluiten neemt namens de mandaatverlener. De mandaatverlener blijft aldus verantwoordelijk en juridisch aanspreekbaar voor de genomen besluiten. Het besluit geldt als een besluit alsof het door het bestuursorgaan zelf is genomen. Het mandaatbesluit moet dan ook vermelden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen (artikel 10:10 Awb).
Dus op het moment dat er bezwaar wordt gemaakt, dient dit bij het bestuursorgaan te worden gedaan en niet bij het uitvoeringsorgaan dat namens deze het besluit heeft genomen. Deze bevoegdheid kan nimmer worden gemandateerd aan degene die krachtens het mandaat besluit of het instellingsbesluit heeft genomen. Enfin, alleen hierover al kan een afstuderende rechtenstudent een scriptie schrijven, maar ik bewaar dit dan ook voor een ander gelegenheid.
U begrijpt dan ook beste lezer dat ik zeer verbaasd was te horen dat een ambtenaar van een zekere uitvoeringsdienst, al kloppend op zijn borst aangaf: het bevoegd gezag dat zijn wij. Dat kwam toch wel raar over bij mij. Verder wordt het door allerlei nieuwe ingewikkelde wetgeving (sedert begin dit jaar van kracht zijnde Omgevingswet) er niet makkelijker op. Zoals in dit geval wanneer de Omgevingswet de Lex specialis is en de Algemene Wetbestuursrecht de Lex generalis is. Met ander andere de bijzondere wet (de Omgevingswet) gaat voor op de algemene wet (de Algemene Wetbestuursrecht). Kortom de desbetreffende ambtenaren dienen verder te kijken dan hun neus lang is, waarbij de AWB en het omgevingsrecht moeten in combinatie met elkaar, en in elkaar verlengde worden toegepast.
Wat was ook al weer het wel bekende credo van een andere bestuursorgaan: zoiets als leuker en makkelijker kunnen we het niet maken, wel moeilijker! Voeg daar nu aan toe: ‘L’ÉTAT, C’EST MOI!’
Reden waarom men af en toe kritisch dient te kijken of de gebezigde praktijk strookt met de juridische werkelijkheid!
Voor nu de standvastige groet,
Youssaf Bouyazdouzen, Jurist/Registermediator